Interview Boerderij.nl over deelname Dood doet Leven

Kadavers in natuur zijn grijs gebied

(Bron: Boerderij.nl door Lydia van Rooijen)

Voor het publiek zijn kuddedieren in natuurgebieden wild, maar de overheid ziet dit anders. Dode paarden en runderen moeten te allen tijde worden afgevoerd, ook als dit voor de beheerder vrijwel onmogelijk is.

Soms is het goed zoeken naar de 51 Schotse hooglanders in nationaal park Zuid-Kennemerland, een duingebied in Noord-Holland. De kudde loopt in een gebied van bijna 2.000 hectare, dat grotendeels bestaat uit bebossing met open vlaktes.

Rens de Boer beheert met zijn bedrijf Ekogrön de langharige runderen in dit gebied. Ook de 20 Shetlanders en 43 Konikpaarden horen tot zijn verantwoordelijkheid.

Regeling landbouwhuisdieren

Voor de wet is hij ‘gewoon’ veehouder: de dieren vallen onder dezelfde regeling landbouwhuisdieren als die in de reguliere veehouderij. De hooglanders moeten in het systeem I&R (identificatie en registratie) worden aan- en afgemeld en dragen de bekende felgele oormerken.

‘Soms kom ik er dagen later pas achter dat een dier gekalfd heeft’

Natuuronderhoud

Dieren houden in een natuurgebied is een vak apart. De Boer voelt zich geen veehouder, zijn werkzaamheden bestaan meer uit natuuronderhoud dan veemanagement. De vergelijking met een boswachter past hem ook niet helemaal. “Ik ken mijn dieren, herken ze aan hun gestel en weet welke groepen veel samen zijn.”

“Op 2.000 hectare is het onmogelijk om alle dieren elke dag te zien. Soms kom ik er dagen later pas achter dat een dier gekalfd heeft.” Het gebeurt ook wel eens dat een dier dagenlang zoek is en blijkt te zijn gestorven. “Dat gebeurt niet vaak, misschien 2 of 3 keer per jaar”, weet de beheerder.

Kadavers afvoeren

Wettelijk gezien moet De Boer het kadaver laten afvoeren en verwerken. De kudde valt onder de regeling landbouwhuisdieren. Dat afvoeren heeft nogal wat voeten in de aarde. De Boer: “Dieren voelen instinctief aan dat het niet goed gaat en kiezen dan een beschutte plek uit om te sterven. Dat is vaak uit het oog van het publiek, ver van de verharde paden. Omdat het gebied zo groot is, kan het voorkomen dat ik pas later merk dat een dier weg is.”

Praktijktoets Kringloopkadavers

Bij beheerders en natuurorganisaties is nu de wens ontstaan om kaders te formuleren voor het laten liggen van kadavers van grote grazers, zoals de hooglanders in Kennemerland. Om dit te bewerkstelligen, is natuurontwikkelingsorganisatie ARK een onderzoek gestart. Onder de naam Praktijktoets Kringloopkadavers worden de problemen met het afvoeren van kadavers in natuurgebieden Zuid-Kennemerland in Noord-Holland, en Slikken van Flakkee en Hellegatsplaten in de provincie Zeeland, in kaart gebracht. De pilot beslaat een periode van 2 jaar, waarbij in de praktijk wordt gekeken naar (on)mogelijkheden voor beheerders, eigenaren en handhavers rondom kadavers in de natuur.

Oostvaardersplassen

De regels zijn anders voor dieren in de natuurgebieden Oostvaardersplassen en Veluwezoom. In deze gebieden heeft het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) een permanent wilde status aan de dieren toegekend. Kadavers in deze gebieden blijven liggen.

Uitzonderingsregel

Wettelijk gezien moet er dus een uitzonderingsregeling gemaakt worden voor kuddes als die van De Boer in Zuid-Kennemerland. “Die is er al voor het oormerken van kalveren”, weet De Boer. “Kalveren moeten normaliter binnen drie dagen na de geboorte gemerkt worden. Dat is voor mij onwerkbaar. Het moederdier beschermt haar kalf en onttrekt zich aan het oog van wandelaars en dus ook van mij. Gelukkig mag je als beheerder van een gebied dat groter is dan 100 hectare kalveren op een later moment merken.”

Dood hout

Projectcoördinator Bart Beekers trekt de vergelijking met de discussie in de jaren 70 over dood hout in bossen. “Toen werd ook alles door de beheerders opgeruimd. Mensen vonden het rommelig staan, toentertijd. Nu is er niemand meer die het raar vindt dat de natuur het hout verwerkt. Recreanten zijn eraan gewend en weten waar het goed voor is. Dat willen we ook bereiken met deze pilot.”

‘Binnen de huidige wetgeving is er ruimte om kadavers te laten liggen’

Samen met de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) en het ministerie van LNV wordt de pilot praktijktoets uitgevoerd. “Binnen de huidige wetgeving is er ruimte om kadavers te laten liggen als afvoeren niet mogelijk is. Daarvoor moeten wel duidelijke richtlijnen worden opgesteld,” vertelt Beekers.

‘Buitenmachtelijk’

De term die de betrokken instanties gebruiken is ‘buitenmachtelijk’; het kadaver ligt immers buiten de macht van de verantwoordelijke beheerder. Een dier dat in het open veld goed bereikbaar ligt, moet gewoon worden afgevoerd. “Kuddebeheerders zijn niet op zoek naar excuses om kadavers niet te hoeven afvoeren. Wat wij nu onderzoeken, zijn uitzonderlijke gevallen waarbij de afvoer vrijwel onmogelijk is.” Harde cijfers zijn er niet, vermoedelijk gaat het om slechts een paar kadavers per jaar waarvan afvoer vrijwel onmogelijk blijkt.

“Bijvoorbeeld, maar dit is een extreem geval”, illustreert Beekers, “in de winter overlijdt een veulen en blijft in een plas liggen. Dan begint het te vriezen, het kadaver ligt onder het ijs. Zie het er dan maar weer onderuit te krijgen. Dit geval is al een paar jaar geleden, dus is de beheerder aan de slag gegaan met uithakken en opruimen, omdat de regels het voorschrijven.” 

Maatschappelijk gevoelig

Andere, veelal kleinere dieren zoals herten of vossen die in de natuur sterven, blijven gewoon liggen. Aaseters doen zich graag tegoed aan kadavers van dieren. De natuur ruimt de stoffelijke resten zelf op. Deze kringloop wordt toegejuicht door natuurorganisaties, maar maatschappelijk ligt het gevoelig. Recreanten vinden de aanblik van een dood dier niet altijd prettig, om over de geur van rottend vlees nog maar te zwijgen. En hoe zit het met de gezondheidsrisico’s? Is zo’n dood dier geen bron van ziektekiemen?

‘De praktijk leert dat dierziektes niet veel voorkomen in natuurgebieden’

Situatie anders bij dierziekte

Renée Meissner geeft kuddeadvies aan ARK Natuurontwikkeling en is betrokken bij het in kaart brengen van risico’s met grazers in natuurgebieden. “Het is een ander verhaal als een grazer overlijdt aan een dierziekte. In dat geval gaat alles volgens de gebruikelijke protocollen van de NVWA. Dan komen dier- en volksgezondheid voorop te staan. Het is niet de bedoeling dat deze pilot risico’s met zich meebrengt. Maar de praktijk leert dat dierziektes niet veel voorkomen in natuurgebieden. Een dood dier verspreidt in eerste instantie geen ziektes. Het vaststellen van de doodsoorzaak moet hier uitsluitsel over geven.”

Publieke opinie

Een ander belangrijk punt van de pilot is de publieke opinie rond dood in de natuur. Beekers: “Het belangrijkste hierin is informatie. Mensen vinden het vies en zijn bang dat bijvoorbeeld hun hond erop af gaat.” In de natuurgebieden waar de pilot wordt uitgevoerd moeten honden, indien toegestaan in het gebied, altijd zijn aangelijnd. “De kadavers waar we het hier over hebben, liggen buiten het bereik van het pad, een hond kan er dus niet bij, mits deze is aangelijnd.” Kinderen vinden het vaak juist reuze interessant en vragen de boswachter of gids de oren van het hoofd, weet Meissner. “We willen excursies gaan organiseren waarbij we uitleg geven over het nut van het dode dier in de natuur. We willen het niet forceren, maar we hopen dat de maatschappij het nut van doodgaan ziet.”


Laten liggen of afvoeren?

Afgelopen oktober was het ‘raak’: een ouder dier had een beschut plekje in de duinen uitgekozen om te sterven. 

Kuddebeheerder Rens de Boer vond de hooglander ruim honderd meter van het verharde pad verwijderd, achter een bospartij, bovenop een heuvel. Te voet is het een hele klim.

Toen hij het dier aantrof, nam De Boer contact op met de NVWA. Met foto’s liet hij zien waar het kadaver lag. Op de foto leek de helling een stuk minder steil. De ambtenaar was van mening dat het kadaver niet buitenmachtelijk was en De Boer was dus verplicht het af te voeren.

Kadaver met trekker wegslepen

Met een smalle trekker kon de beheerder de bewuste plek bereiken. “De enige manier om het 300 kilo wegende kadaver te verplaatsen was vastknopen aan de achterpoten en achter de trekker aan naar het pad toe slepen. Onderweg bleven takken achter de poten en de kop van het beest hangen. Er was een heel spoor zichtbaar in het bos, waar ik met de trekker tussen de jonge bomen door moest manoeuvreren.” Daarna ging het kadaver op een kar naar de openbare weg, want net als bij veehouders komt Rendac het aan de weg ophalen.

Film gemaakt

Hij maakte een filmpje van het afvoeren en stuurde deze naar de NVWA. “Achteraf gezien waren ze het met me eens”, vertelt De Boer. “Het ging in deze situatie wel om een buitenmachtelijk geval. Balen, maar beide partijen hebben hiervan geleerd. Dat een foto niet voldoende zegt over de situatie om te kunnen oordelen.”

De Boer kan nu nog steeds zien waar hij een paar maanden geleden het kadaver heeft voortgesleept. “Op zich ging het goed, maar de natuur heeft eronder geleden, dat is nu nog zichtbaar. En ik had het kadaver op tijd gevonden. Als een dier er al langer ligt, is het een minder leuk klusje”, vertelt De Boer.

Natuurgebied Zuid-Kennemerland is door de Europese Unie aangemerkt als Natura 2000-gebied. De aanwezigheid van bepaalde planten verbiedt de beheerder de natuur te beschadigen. “Door het verplaatsen van dit kadaver, deed ik dat dus wel. Bij het voldoen aan de ene regelgeving, overtrad ik de andere”, stelt De Boer.


Hooglander als grasmaaier

Schotse hooglanders zijn van nature rustige dieren, die zich in de winter op hun lekkerst voelen.

De dieren worden niet gehouden voor de productie van vlees of melk in natuurgebieden. Het zijn eerder grasmaaiers op poten. Het graasgedrag van de hooglanders zorgt voor meer openheid in een natuurgebied. Ze lopen tussen de doornstruiken door en creëren zo open plekken.

Stieren worden gecastreerd

Anders dan in de Oostvaardersplassen heeft de beheerder in natuurgebied Zuid-Kennemerland de verplichting om de kudde tijdig te regelen. Stieren worden gecastreerd om de omvang van de kudde op peil te houden. Om te voorkomen dat de conditie van de dieren verslechtert, wordt een teveel aan dieren afgevoerd naar de slacht. Het vlees wordt als plaatselijke delicatesse verkocht. Bij voorkeur zijn het de oude en zwakkere dieren die het natuurgebied verlaten.

In natuurgebied Zuid-Kennemerland houdt kuddebeheerder Rens de Boer de voedselbeschikbaarheid voor de Schotse hooglanders nauwlettend in de gaten. Momenteel zijn er veel damherten in het natuurgebied te vinden, waardoor de voedselvoorziening voor de kuddedieren wat schaarser is.